Preventieve jeugdbescherming - deel 2
De gemeente Amsterdam koos voor narratief onderzoek om de werking van preventieve jeugdbescherming in beeld te brengen. Lees hieronder het verhaal van onderzoeksbureau SenseGuide. Om ook dit in het juiste perspectief te plaatsen, lees je in een tweeluik tevens de betekenis voor de gemeente.
Preventieve jeugdbescherming in gedrang deel 2
Door Carola Rossing
Als negatieve sentimenten en verkeerde beeldvorming tegen je gaan spreken...
Meer nuance in de discussie
Gaandeweg kan negatieve beeldvorming ontstaan rondom beleid; wellicht de grootste nachtmerrie van elke beleidsmaker. Het overkwam de gemeente Amsterdam die in de regio Amsterdam-Amstelland samen met Jeugdbescherming uitvoering geeft aan ‘preventieve jeugdbescherming’. Een beleid waar ze vierkant achter staan en ook uitdrukkelijk in geloven. Geluiden dat deze vrijwillige preventieve aanpak niet zou werken kregen echter de overhand. Hier moest iets gebeuren. Narratief onderzoek bracht de nuance.
Dave van Mourik van Senseguide: “Wat je als beleidsmaker hiertegen kan doen? Haal de ervaringen op van de mensen over wie het gaat! Je hebt met je beleid altijd een bepaalde bedoeling, maar of het zo wordt ervaren is een ander verhaal. Zoek dus contact met de betrokkenen en luister naar ze. Helemaal als je landelijk negatief in het nieuws komt, zoals de gemeente Amsterdam overkwam, en negatieve sentimenten en verkeerde beeldvorming een eigen leven gaan leiden in de buitenwereld. In dit geval is er zelfs een roep om een radicaal ander beleid.
In de haarvaten van je gesprekspartner
Om het verhaal van alle kanten te horen en minutieus in kaart te brengen, lieten we bij de gemeente Amsterdam 50 gezinnen en 42 professionals vrijuit vertellen over hun persoonlijke ervaringen met preventieve jeugdbescherming. De kracht van narratief onderzoek is dat je in de haarvaten van je gesprekspartners gaat zitten. Vaak zijn deze gesprekken doorspekt met emoties. We geven hier alle ruimte aan; sterker nog, we vragen ook door tot de kern. Aangezien we in onze verslaglegging de mensen letterlijk citeren, komt iedereen zo ter ore wat er écht leeft. De informatie die een interview oplevert is rauw, maar wel verhelderend en effectief. En dan?
Verhalen omzetten in beleidsinformatie
Eigenlijk begint het echte werk dan pas. Want wat zeggen al deze ervaringen en interpretaties? Hoe zet je verhalen om in beleidsinformatie? Je kunt dit aan het begin doen, bij het ontwikkelen van beleid, want verhalen geven richting. En je kunt de verhalen ook, zoals hier de gemeente Amsterdam deed, inzetten voor het evalueren van beleid. Ook tussentijds stellen beleidsmakers zich de vraag: “Levert ons beleid op wat we beogen en wat mogen we bijstellen?” En altijd ervaar ik bij de bespreking en duiding met de groep beleidsmakers weer dat bijzondere moment, waarop iemand uitroept: “Maar daar moeten we iets mee doen!!!”. Ik zou het ‘een gezamenlijk gevoel van noodzakelijke actie’ willen noemen. Bij wijze van spreken wil iedereen al opspringen om aan de slag te gaan. Verhalen zetten echt in beweging.
Een scherm vol infographics
Begrijp me goed, als je kwalitatief onderzoek loskoppelt van kwantitatief onderzoek, heb je geen meetbare uitkomsten. Ook data zijn belangrijk, sterker nog, de meeste beleidsmaker denken vanuit cijfers. Cijfers zonder narratieven echter, geven gemis aan representativiteit. In onze methode koppelen we ze aan elkaar. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek gaan wat mij betreft samen.
Wat ik beleidsmakers probeer mee te geven is te denken in patronen, verbanden en te zoeken naar signalen binnen de data. Datavisualisatie is daarin een belangrijk instrument: we maken de cijfers zichtbaar met infographics. Ik zie het als mijn rol om nieuwsgierigheid aan te wakkeren. Ik laat discussiëren over vragen als: ‘wat weet ik nog niet over mijn doelgroep?’ of ‘welke aannames betwijfel ik?’. Zo werken we samen toe naar antwoorden op de onderzoeksvragen. Meestal gaat dit vanzelf en ontstaat er een dialoog op basis van de cijfers en de verhalen.
Een boek vol verhaalfragmenten
Terug naar de gemeente Amsterdam. Met een boek vol verhaalfragmenten van ouders, kinderen en klantmanagers ging ik vervolgens met het projectteam aan de slag. We gaven hiermee duiding aan opmerkelijke patronen en signalen uit de infographics. Onder mijn begeleiding heeft men zowel de werkzame factoren eruit gehaald als de ontwikkelpunten. Hiermee kwam de gemeente Amsterdam tot hun eigen vervolgverhaal. Tijdens deze duidingssessies zorg ik er overigens voor dat iedere stem even zwaar meetelt. Integriteit staat hoog in het vaandel.
Bij de gemeente Amsterdam zag ik de opluchting bij toen bleek dat het beleid voor 50% wél aanslaat. Het vermoeden was er wel, maar nu zagen ze het zwart op wit beschreven. Door alle negatieve publiciteit waren ze bijna aan zichzelf gaan twijfelen.
Onderbouwing en argumenten vinden
Doorleefde ervaringen zijn het meest authentieke instrument om je als beleidsmaker te verantwoorden. Wat mij betreft dé manier. Iedere keer raakt het me weer om te zien hoe krachtig en robuust onze methode is. Ik bewaak vooral de samenhang tussen cijfers, verhalen en dialoog. Een klant noemde het ‘spelen met legoblokken van informatie’; voor mij is dat inderdaad de essentie van sensemaking.
Ook in Amsterdam leverde de persoonlijke ervaringen van gezinnen en hun gezinsmanagers onderbouwing en argumenten op en gaven ze de beleidsmakers richting voor vervolg. En in dit geval ook bevestiging van de ingezette koers. De diverse perspectieven brengen de voors en tegens terug in de discussie, waarmee ook de nuance komt.”
Lees wat de betekenis is geweest voor Jeugdzorg Amsterdam of download Tweeluik preventieve jeugdbescherming in gedrang; het artikel met beide interviews.